Wat zijn de oorzaken en gevolgen?

Oorzaken

Er zijn heel veel theorieën mogelijk rond de oorzaken van pesten.

1) 4 factoren die invloed hebben op pesten: het anders zijn, het bereikbaar zijn, het niet kunnen verdedigen en al eerder gepest zijn.
2) Pesten vanuit groepsdynamica met zondeboktheorie: onderlinge relaties worden gunstig beïnvloed door een gemeenschappelijke vijand.
3) Pesterijen komen voort uit frustraties: verveling, jaloezie, onmacht, angst,.. 
4) Pesten is een geheel van factoren die elkaar op negatieve wijze versterken: de persoonlijkheid, opvoedingssituatie van de pestkop en de zondebok, houding van de anderen.
5) Pesten is gebaseerd op het imitatiemodel. Wie geen grenzen en regels heeft meegekregen en wie niet leert om te gaan met frustraties, kan geen rekening houden met anderen.
6) Onderscheid maken tussen pesterijen als machtsmisbruik en deze die komen vanuit een persoonlijkheid die bestaat uit manipulatie, bedrog,...
7) De slachtoffers bevinden zich in ongunstige sociale omstandigheden waardoor ze een gemakkelijke prooi zijn. Dat wil niet zeggen dat het bij iedereen zo is.

Gevolgen

De schoolresultaten kunnen verslechteren van de gepesten. Ze voelen zich schuldig en denken dat zijzelf de oorzaak zijn van alle problemen. Ze geloven de pesters, waardoor hun zelfbeeld daalt. De slachtoffers worden ook niet opgenomen in de groep. De sociale vaardigheden worden aangetast waardoor hij / zij een negatief zelfbeeld krijgt. Dat kan zich blijven voort-slepen in hun verdere leven. Ze hebben problemen met sociale relaties,  faalangst, eenzaamheid, angst voor nieuwe en onbekende situaties … Uit onderzoeken is gebleken dat de gepeste soms te maken krijgt met enkele psychische problemen. De slachtoffers hebben een verhoogd risico op depressie, zelfmoordneigingen en eenzaamheid. Ook klachten als hoofdpijn, buikpijn, bedplassen en slaapproblemen kunnen voorkomen.
Het pesten brengt ook gevolgen in de klas. De sfeer voelt bedrukt en onveilig aan. De leerlingen wantrouwen elkaar. De middengroep kan zich schuldig voelen omdat ze sympathie hebben voor de gepeste of omdat ze mee ‘moeten’ pesten. 
Ook de pesters hebben het niet altijd gemakkelijk. “Eens een pester altijd een pester” zegt de uitspraak. Hij moet blijven ‘presteren’ als pester. Er ligt een grote sociale druk op hem / haar. Een pester heeft ook weinig echte vrienden. Degene rond hem hebben meestal specifieke individuele belangen. Ook bij hem of haar zijn de gevolgen te zien tot in de volwassenheid. Een pester heeft bepaalde sociale vaardigheden niet ingeoefend. Hij moet zich leren inleven in de ander en respect hebben voor een ander. Hij zal ook moeten leren rekening houden met enkele sociale grenzen, normen en afspraken.